Om de vijf jaar houdt het CBS een zogenaamd budgetonderzoek, waarin onderzocht wordt welk aandeel de diverse goederen en diensten hebben in de totale bestedingen van Nederlandse huishoudens. Uit het uitgebreide onderzoek van 2020 dat kortgeleden werd gepubliceerd, blijkt dat het aandeel van zowel kleding als schoeisel in de totale bestedingen van huishoudens is gedaald vergeleken met het vorige onderzoek in 2015. Huishoudens waarvan de hoofdkostwinner 25 tot 45 jaar oud is, besteden relatief het meest aan zowel kleding als schoeisel. Dit blijkt uit een analyse van recente CBS-cijfers door onze redactie.
Van elke 100 euro aan bestedingen gaat 2,9 euro op aan kleding, huishoudens geven bijna twee keer meer uit aan dameskleding dan aan herenkleding.
In 2015 ging van iedere 100 euro aan bestedingen 3,5 euro naar uitgaven aan kleding, in 2020 was dit gedaald naar 2,9 euro op iedere 100 euro. Dameskleding was zowel in 2015 als in 2020 uitgavenfavoriet wat betreft kleding. Het aandeel in de totale bestedingen daalde hier echter ook: van 1,9 procent in 2015 naar 1,7 procent in 2020. De uitgaven aan herenkleding waren in 2020 ongeveer de helft van de uitgaven aan dameskleding, van iedere 100 euro werd maar 0,90 euro aan herenkleding uitgegeven. In 2015 was dat nog 1,10 euro. Baby- en kinderkleding maakten in 2020 0,4 procent van de totale uitgaven uit, 0,40 euro van iedere 100 euro, in 2015 was dat nog 0,50 euro.
Van hun totale uitgaven gaven huishoudens waarvan de hoofdkostwinner 25 tot 45 jaar oud was in 2020 het meest uit aan kleding: 3,5 euro op iedere 100 euro. Bij huishoudens met oudere kostwinners waren de uitgaven aan kleding lager: 2,9 euro per 100 euro bij huishoudens met een kostwinner in de leeftijdsklasse 45 tot 65 jaar en 2,2 euro bij kostwinners van 65 jaar of ouder.
Uitgaven aan schoenen vertonen zelfde beeld als bestedingen aan kleding
Net als bij kleding is het aandeel van schoenen in de totale bestedingen van Nederlandse huishoudens gedaald in de periode 2015-2020. In 2015 werd 1 procent van de totale bestedingen uitgegeven aan schoenen en in 2020 0,8 procent. Ook bij schoenen waren de huishoudens met kostwinners in de leeftijd van 25 tot 45 jaar de “big spenders”: in 2020 ging hier van iedere bestede 100 euro 1 euro op aan schoenen. Huishoudens met oudere kostwinners gaven ook hier in 2020 minder uit aan schoenen: huishoudens met kostwinners van 45 tot 65 jaar 0,80 euro per 100 euro en 0,60 euro bij huishoudens met kostwinners vanaf 65 jaar. Van het huishoudbudget werd in 2020 het meest aan damesschoenen uitgegeven: 0,40 euro op iedere 100 euro, herenschoenen moesten het doen met 0,30 euro en kinderschoenen met 0,10 euro.